
Niets menselijks is mij vreemd
Wat kan ik me (als zorgPartner) af en toe mateloos ergeren. De boodschap luidt: mens erger je niet. Echter, dit mens ergert zich geregeld wèl. Als ik mezelf hartgrondig voel uitademen weet ik dat er werk aan de winkel is. Dit is mijn top vijf qua ergernissen:
1) Vooral al die vragen naar de gewoonste dingen komen me af en toe de keel uit. ‘Mens, kies toch zelf’ denk ik dan, om vervolgens toch weer zo rustig en vriendelijk mogelijk te antwoorden. Helaas brengt de ziekte onzekerheid met zich mee.
Ik moet er niet aan denken die ziekte zelf te hebben. Zo naar.
2) Het gemis aan ziekte-inzicht, ook een kenmerk van de ziekte, roept bij mij vooral ergernis op als we in gezelschap zijn. Tom benoemt dan situaties zonniger dan in mijn ogen in het geval is. Hij wil zich begrijpelijk zo goed en gezond mogelijk voordoen.
En ik heb behoefte aan erkenning van de feitelijke situatie met alle moeiten die daar voor ons allebei bij horen.
3) In hoeverre is er sprake van zogenoemde ziektewinst? Ik heb parkinson, zij kan het goed en snel, dus zij ‘mag’ het doen. Daar kan ik me aan ergeren en nodig Tom dan uit om taken voor zijn rekening te nemen die hij nog wel prima kan uitvoeren ook al kost het meer tijd. Tom houdt me ook een spiegel voor: mag ik zelf wel eens lui zijn en de boel de boel laten?
4) De tv die van vaak van s ’morgens vroeg tot s ’avonds laat aan staat, meestal op tennis of voetbal. Ik geef niets om sport. Deze ergernis is gemakkelijk te omzeilen omdat we godzijdank twee tv’s in aparte kamers hebben. Dit is vanuit Tom gezien ook weer begrijpelijk nu door de ziekte zoveel liefhebberijen wegvallen.
5) Als laatste noem ik het noodzakelijk aanpassen van tempo. Als we samen op pad gaan word ik moe van de kleine stapjes. Als we samen eten ben ik allang klaar als Tom pas net is begonnen. Als ik help met mail of apps vraagt het van mij om tig keer in tempo terug te schakelen. Kortom, dit vraagt geduld, geduld en nog eens geduld.
Positief gevolg
Het is aan mij om Tom, liefst vriendelijk, duidelijk te maken in hoeverre ik hem tegemoet kan en wil komen. Het heeft geen enkele zin om vanuit superioriteit iets uit te leggen of voor te schrijven. Om hem als het ware te controleren en op te voeden tot gedrag wat ik als ideaal zie. Bijvoorbeeld:
- Je kunt in het vervolg beter…
- Als je het zo doet…
- Let er van nu af aan op…
- Als je me voortaan op tijd vraagt...
- Denk je eraan genoeg te drinken...
Enzovoort, enzovoort. Al deze verbeter-zucht van mijn kant kan ik definitief achter me laten. En dat geldt ook voor mezelf, ik hoef niet nog beter, hoger, verder, mooier, slimmer, … Pfff… ik word al moe bij het idee. Toch deed ik jaren aan die verbeter-drift mee. Dat hoeft echt niet meer. Tom zegt wijselijk:
‘Als jij (van jezelf) jezelf mag zijn, dan mag de ander het ook’
Tom leeft vooral in het hier en nu en al die ongevraagde raad wordt amper in zijn brein opgeslagen. Het is sowieso aan mij om te stoppen met Tom - en evengoed anderen - betweterig te vertellen hoe ze moeten denken, voelen of zich gedragen. De kunst is respect te tonen voor wie de ander is. Ik bied Tom wel graag bescherming om zo goed en veilig mogelijk met de ziekte om te gaan. En hem ruimte bieden om volgens zijn eigen aard en aardigheid zaken op zijn eigen manier en tempo te doen. Dat zou ik als haptotherapeut toch onder de knie moeten hebben (-: En niet te vergeten ruimte maken om samen te ondernemen wat kan en te genieten van al wat er wel is.
Gezonde grenzen stellen
Als ik te vaak nee zeg voel ik me schuldig omdat ik Tom mogelijk tekort doe. En als ik te vaak ja zeg wijs ik mezelf af en word ik boos op Tom omdat hij te veel van me vraagt. En word ik vooral boos op mezelf omdat ik niet op tijd voor mijn behoeften heb gezorgd en daartoe een gezonde grens stelde. Als ik daardoor te veel stress ervaar ben ik daar zelf verantwoordelijk voor. Wat fantastisch helpt is ervoor te kiezen om van veel zaken geen punt te maken en alleen kwesties die er echt toe doen aan de orde te stellen.
Ook helpt het me om duidelijk te maken wat ik voel, waar ik behoefte aan heb en wat ik vraag (niet eis) aan Tom of aan mezelf. Soms is even afstand nemen nodig om in alle rust contact te maken met mijn lijf en gevoel om mijn behoeften helder te krijgen en hiervoor te zorgen. Dan kan ik weer op tijd gezonde grenzen stellen op een vriendelijke manier.
Zelfliefde & Partnerliefde
Het vraagt zelfonderzoek om na te gaan waar bescherming van mijn gevoelens en behoeften overgaat in een egoïstische opstelling. Van huis uit en zeker ook de katholieke kerk leerden me dat vrouwen dienstbaar moeten zijn. De destijds min of meer verplichte naastenliefde, hoe mooi ook, mag nooit ten koste gaan van zelfliefde. Ook al heb ik als geëmancipeerde Rooie Vrouw geleerd hier verandering in aan te brengen steekt deze oude les nu in onze nieuwe situatie weer de kop op. En tegelijk, ik houd van zorgen, van huishouden, van het thuis gezellig maken en van het anderen naar de zin maken.
De grens ligt bij de erkenning van deze bijdragen. Als mijn bijdragen te veel vanzelfsprekend worden ga ik me ergeren en gedraag ik me als een zielig sloofje.
Dit doet mijn eigenwaarde geen goed. Dus sta ik er bewust bij stil hoeveel hulp ik Tom zonder gemopper wil en kan geven. Als Tom me hulp vraagt geef ik die liefst met liefde en plezier. Tegelijk voorkom ik dat ik iets doe wat hij zelf kan doen. En daarmee draag ik eraan bij dat
- hij zo competent mogelijk blijft
- dat ik vitaal blijf en last but not least
- dat onze onderlinge liefde blijft stromen ♥️.
p.s.
Ook dit blog heb ik Tom in concept laten lezen. Hij heeft dit kritisch gelezen en in samenspraak zijn zijn kanttekeningen in bovenstaande tekst verwerkt. Zo draagt dit bloggen bij aan eerlijke en open communicatie en fijn samen leven met parkinson.
Inspiratie:
Mens erger je niet, over transactionele analyse | Eric Berne
Dans van woede, vrouwen en de kracht van hun boosheid | Harriet Lerner
Het einde van de opvoeding | Jan Geurtz
Reactie plaatsen
Reacties
Dank voor je duidelijke uiteenzetting van jullie dagelijkse leven. Een realistisch beeld en herkenbaar. Ook ik zorg graag maar probeer tegelijkertijd mijn partner zoveel als mogelijk zelf te laten doen. Toch is er iets wat zelden uitgesproken wordt. Het samen zijn met Parkinson wordt steeds meer één richting verkeer. De invloed op de emotionele en sociale vaardigheden is groot. Geen onwil maar onmacht en onvermogen. Ondertussen heb ik niet meer iemand om mij heen die er voor mij is. Niet alleen de spontane knuffel maar ook bij beslissingen op allerlei gebied. En het is zoals het is. Maar dat vind ik het moeilijkste. Samen zijn maar toch alleen.
Herkenbaar Jozien ik zie als wijkverpleegkundige regelmatig deze zoektocht in balanceren. Ziekzijn is een klus maar mantelzorgen eveneens. Liefde in tijden van rouw....
Lieve Jozien,
Mooi en liefdevol geschreven en helder en leerzaam
❤️ wim